Een andere landbouw

Els en Ludwig

“Wij willen in Vlaanderen en in Europa een andere landbouw”, zeggen Els Robeyns en Ludwig Vandenhove, beiden Vlaams parlementslid voor sp.a.
“Kleinschalig, duurzaam en diervriendelijk.”

Lees hieronder hun opinie hierover in ‘De echte boer’.

‘De echte boer’

Wij verdedigen als Socialisten de echte, traditionele landbouwer.
Die moet hard werken en niet elke dag de beurskoersen nakijken wat haar/zijn geld opbrengt.

Onze Vlaamse landbouw wordt de laatste jaren meer en meer gekenmerkt door grote concerns, niet in het minst vanuit Nederland.
Vaak zijn het investeringsgroepen, geen landbouwers.
Waarom vanuit Nederland? Omdat de wetgeving daar strenger is dan bij ons in Vlaanderen, onder andere qua volksgezondheid.
Limburg en Vlaams Brabant, kortom Haspengouw, zijn dichtbij. Daarom worden wij in Limburg en Zuid Limburg daar extra mee geconfronteerd.
De aanvragen zijn haast niet meer bij te houden of het nu om koeien, kippen of varkens gaat.
Noord Limburg en Borgloon, Kortessem, Diest, Geetbets, Landen, allemaal Haspengouw, Limburg en Vlaams Brabant.

Het gaat om zogeheten megastallen.
De landbouwsector lijkt uit elkaar te vallen in grote agro-industriële projecten enerzijds en bio landbouw voor nichemarkten anderzijds.
De traditionele landbouwers vallen meer en meer uit de boot. (1)

De bewoners uit de omgeving waar zulke aanvragen gebeuren, zijn actiever dan ooit.
Het regent bezwaarschriften, er ontstaan actiecomités, dure advocatenbureaus worden ingeschakeld. Maar het gaat natuurlijk altijd over individuele dossiers, die door de bevoegde Vlaamse minister meestal uiteindelijk positief beslist worden.
De criteria waarop uiteindelijk geoordeeld wordt, zijn hoofzakelijk milieutechnisch van aard.
Niets dierenwelzijn, niets volksgezondheid, niets mobiliteit, nog erger, het begrip megastal is juridisch zelf niet gedefinieerd in de Vlaamse wetgeving.
Zulke bedrijven horen niet thuis in woongebieden.
Dit heeft niets te maken met plattelandsbeleid, laat staan dat het goed is voor het toerisme, waar we in Limburg volop op inzetten. Bovendien gaat het steeds om individuele, technisch zeer ingewikkelde dossiers, waarbij lokale administraties en politici met ongelijke wapens strijden tegen dure studiebureaus en lobbyisten.
Bij die lobbygroepen is er de zeer dubbelzinnige houding van de Boerenbond (BB) en de CD&V.
Zij verdedigen zogezegd alle landbouwers, maar we horen steeds weinig van hen als er zulke aanvragen voor megastallen zijn. Nochtans concurreren zij de echte, traditionele boeren uit de markt.
De CD&V heeft in alle provincies de gedeputeerden voor Omgeving (Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening) en de minister van Landbouw, telkens strategische posities.

Landbouw is een belangrijk, misschien het belangrijkste beleidsdomein waar de Europese Unie (EU) echt actief op is. Dus zouden we kunnen verwachten dat dit soort problemen Europees zouden aangepakt worden.
Niets is minder waar: in Nederland, onder andere de aan Belgisch Limburg grenzende provincies Nederlands Limburg en Noord Brabant, krijgen boeren subsidies om hun activiteiten te stoppen. En wat doen ze ermee: investeren in Vlaanderen, omdat hier minder en minder duidelijke vergunningsvoorwaarden zijn.
Een eerste werk voor nieuwbakken Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits: overleggen met haar Nederlandse collega’s in een Europese context.
Het is positief dat de nieuwe Europese Commissie prioriteit maakt van een klimaatbeleid, maar dan zal er ook echt moeten ingegrepen worden in de landbouwsector.

Maar nog meer werk voor de nieuwe Vlaamse regering.
Een duidelijker wetgeving, waarbij milieu en omgeving maar één aspect zijn naast volksgezondheid,  dierenwelzijn en mobiliteit. Kortom, horen dit soort megabedrijven nog thuis in landbouwgebied of is het eerder industrie?
Het nieuwe Vlaamse regeerakkoord zegt “Om de klimaatdoelstelling te realiseren zetten we volop in op de verdere omslag naar een duurzame voedselproductie en leefbare landbouw” (pagina 203). En ook “We onderzoeken op welke wijze emissie-reducerende technieken geïmplementeerd kunnen worden om de klimaatimpact van nieuwe stallen te verminderen” (pagina 204) en “Bij het toekennen van landbouwinvesteringssubsidies voor de bouw van stallen geven we meer gewicht aan Dierenwelzijn” (pagina 238).

Wij rekenen op minister van Landbouw Hilde Crevits en minister van Omgeving Zuhal Demir.
Een dergelijk dossier voor een megastal in Borgloon met ook heel wat overlast in Kortessem en Wellen komt binnenkort op tafel.
Minister Zuhal Demir kan onmiddellijk bewijzen of het menens is met het Vlaams regeerakkoord.

Praten over meer kleinschalige, meer duurzame en meer diervriendelijke landbouw, waar wij als sp.a naartoe willen, volstaat niet. De politiek moet er eveneens naar handelen.