De Eikenprocessierups blijft een probleem in Limburg

“Processierupsen zijn al enkele jaren een probleem in de Limburgse Kempen. Vandaar dat er vanuit de provincie Limburg een gericht beleid rond gevoerd wordt.”, zegt bevoegd gedeputeerde Ludwig Vandenhove.

Op dinsdag 26 maart 2013 werd er onder andere een informatievergadering georganiseerd.

Hieronder vindt u het persbericht dat hierrond verspreid is.

Provincie Limburg zorgt ook in 2013 voor de advisering en de bestrijding van de Eikenprocessierups

Processierupsen zijn al enkele jaren een probleem in de Limburgse Kempen.
De laatste jaren is het besef gegroeid dat we nooit van deze plaagsoort af geraken. Waar vroeger de soort maar ééns om de 25 jaar in onze streken hinder bezorgde is het nu een jaarlijks fenomeen. Ze dringt elk jaar, mogelijk door de klimaatopwarming, verder noordwaarts en heeft volledig Nederland al ingepalmd en ook Londen ontsnapt niet meer aan de hinder”, zegt gedeputeerde voor milieu en natuur Ludwig Vandenhove.
Dit vraagt om een gerichte aanpak en een gericht beleid. Ik heb vanuit de provincie een budget van 25.000 euro voorzien voor de preventieve behandeling.  ”

De larve van de Eikenprocessierups (EPR) is een bladvretende rups die, zoals de naam al zegt, vooral op zomereiken voorkomt. De eitjes van de rups komen uit in het voorjaar (meestal begin april), zodra de eerste jonge eikenbladeren tevoorschijn komen. In Limburg ontwikkelt de rups zich in de Kempen plaatselijk in zulke grote aantallen dat van een plaag gesproken kan worden.

De brandharen van de rups vormen voor de mens een gevaar voor de gezondheid. De haren zijn 0,2 tot 0,3 millimeter lang. Elke rups heeft er vanaf de 4de vervelling (eind mei) honderdduizenden tot een miljoen van. Het zijn pijlvormige haren, die bij een bedreiging worden afgeschoten. De haren kunnen dan makkelijk de huid, de ogen of de luchtwegen van de mens binnendringen. De stoffen die van de haren afkomen veroorzaken een op allergie lijkende huiduitslag, zwellingen, rode ogen en jeuk. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten vanzelf, maar ze kunnen ook langer dan een week duren.

De rupsen hoeven niet te worden aangeraakt om in contact te komen met de brandharen. De haartjes verspreiden zich met de wind en kunnen zo in contact komen met wandelaars of fietsers. De haren verschijnen vanaf ongeveer half mei tot eind juni op de rupsen. Ook dieren, met name honden en paarden kunnen last hebben van de brandharen van de rups”, licht bevoegd gedeputeerde Vandenhove toe.

In de Kempen komen bijna jaarlijks plaatselijk grote aantallen rupsen voor. In Haspengouw zijn er tot op heden nooit klachten geweest. Vooral in de gemeenten Bree, Kinrooi, Maaseik en Meeuwen zijn er soms problemen. Om de hinder te beperken wordt er daarom door de gemeentebesturen, Dienst wegen en verkeer,… bestrijding uitgevoerd. Dit wordt meestal gedaan met Xentari. Dit middel bevat een bacterie, Bacillus thuringiensis, die het darmstelsel van de rups aantast. Een uur na opname van de bacterie stopt de rups met eten, doordat de kaakspieren verlammen. Geïnfecteerde rupsen bewegen zich langzaam, ze verkleuren en tenslotte verschrompelen ze. 2 tot 5 dagen na de bestrijding zijn de rupsen dood. De dode rupsen blijven met hun voorpoten aan de eikenbladeren hangen. Deze methode is voorlopig de meest doeltreffende bestrijding als ze onder de juiste omstandigheden (tijdstip, weergesteldheid) wordt uitgevoerd. Daarbuiten zijn er al twee jaren proeven uitgevoerd met een alternatieve bestrijdingsmethode zoals Nematoden (kleine aaltjes).
“De provincie voorziet standaard een budget van 25.000 euro voor de terugbetaling van de aankoop van Xentari door de gemeenten”, aldus Ludwig Vandenhove.
Vanaf het 5de rupsenstadium is Xentari niet meer effectief en moet er als het nodig is gebruik gemaakt worden van het wegbranden van de rupsen of de nesten later op het jaar.

Bovendien worden de ontwikkelingsstadia van de Eikenprocessierups vanuit het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) gevolgd én gecommuniceerd.
Gedeputeerde Ludwig Vandenhove: “Vanaf begin april als de eerste eitjes uitkomen verschijnen er regelmatig nieuwsbrieven. Hierin wordt er informatie gegeven over de ontwikkelingsstadia van de EPR, de mogelijke hinder en nuttige informatie. Zowel voor de gemeentebesturen als de brandweer, boswachters, burgers, is dit een belangrijke informatiebron. In 2012 bijvoorbeeld verschenen er in de periode april-augustus 6 nieuwsbrieven. Enkel de provincie Antwerpen maakt net als onze provincie deze nieuwsbrieven.”

Door de koude verwachten we de rupsen dit jaar later”, zegt Ludwig Vandenhove. “Voorlopig is de eerste bladontplooiing van de Zomereik voorzien rond 17 april, vorig jaar was dit begin april. Vanaf deze periode zal iedereen de ontwikkeling van de eikenprocessierups kunnen volgen via de media en de nieuwsbrieven.”

Op 26 maart 2013 vond om 13u40 de informatievergadering plaats in het Vlaams Administratief Centrum (VAC) in Hasselt, Koningin Astridlaan 50. Hier werden alle Limburgse colleges van burgemeester en schepenen, gemeentelijke milieuambtenaren, ambtenaren noodplanning en de brandweer voor uitgenodigd.

Zie ook ‘Eikenprocessierups enkele weken later door de kou’, Het Belang van Limburg, 27 maart 2013, p.10.

Zie www.limburg.be/Natuurcentrum.

Zie onder andere ‘Nog veel uitdagingen!’ van 4 januari 2013 en ‘Limburgs Veldstudiecentrum (LIVEC) opgericht’ van 2 maart 2013 op deze website.

Tags: