De boskaart en de verlinting

"Is er een verband tussen de boskaart en de verlinting?", vraagt gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur Ludwig Vandenhove zich af.

Ja, voor mij heel duidelijk, is zijn antwoord.

"In beide gevallen zal de overheid moeten durven regelend optreden en de onteigende eigenaars moeten vergoeden of andere gelijkaardige gronden in ruil geven", zegt Ludwig Vandenhove.

"Een grondbank kan (mee) een oplossing zijn."

Ludwig Vandenhove schreef hierover een bijdrage in OPINIE in HBVL PLUS (Het Belang van Limburg) van zaterdag 10 en zondag 11 juni 2017 onder de titel ‘Financiële en maatschappelijke kost van de verlinting is zeer hoog’.

Hieronder vindt u het opiniestuk.
 
“Financiële en maatschappelijke kost van de verlinting is zeer hoog”

Bijlage “Plus: West”, - 10 Jun. 2017
Pagina 14

Tenzij de Vlaamse regering ervoor kiest om geen enkele bouwgrond meer in te kleuren, hetgeen weer tot halve oplossingen en half werk zal leiden.

Het is logisch dat de betrokkenen een financiële compensatie krijgen. Maar is er geen andere oplossing? Bijvoorbeeld de overheid die een ander gelijkwaardig stuk bouwgrond aanbiedt. Zo een alternatief stuk bouwgrond aanbieden zou een goede zaak zijn, want zo kunnen we eventueel twee vliegen in één klap slaan.

Enerzijds kan waardevol bos vrijgemaakt worden. Anderzijds kan er bouwgrond aangeboden worden die ruimtelijk gezien goed gelegen is volgens de principes van het Beleidsplan Ruimte. Het kan hierbij zowel gaan om verdichting via het aanbieden van centrumgerichte gronden, als om het tegengaan van de verlinting. En laat dat nu net twee stokpaardjes zijn van Vlaams bouwmeester Leo Van Broek.

Als provincie Limburg hebben wij in 2014 al een studie laten uitvoeren door de onderzoeksgroep ArcK van de Universiteit Hasselt en het steunpunt Duurzaam Bouwen (DUBO)-Limburg rond de problematiek van de verlinting en de maatschappelijke gevolgen ervan.

Uiteindelijk moet het de bedoeling zijn een meer geconcentreerde bewoning met hogere dichtheid te bewerkstelligen.

Een belangrijk item in dit onderzoek is 'het verdunnen' van de verlinting, dus het verwijderen van slecht gelegen bouwgronden of gebouwen. Ook die gronden zullen financieel moeten gecompenseerd worden. Maar er zal eveneens dichtbij de kernen moeten opgevuld worden om meer aaneengesloten bebouwing te krijgen.

Kan zo'n oefening niet als basis gebruikt worden indien er uit de nieuwe kwetsbare boskaart bouwgronden onbebouwbaar worden? Indien dit gebeurt is het logisch dat de betrokkenen hiervoor gecompenseerd worden ofwel financieel, ofwel via een alternatief stuk bouwgrond.

De laatste optie, waarbij de compensatie gebeurt via goed gelegen bouwkavels, geniet mijn voorkeur. Uit het hoger aangehaald onderzoek blijkt immers dat de verlinting heel wat negatieve maatschappelijke impact heeft, onder andere op het vlak van de leefbaarheid, het milieu, de mobiliteit en de CO2-problematiek. Met andere woorden, de financiële en maatschappelijke kost van de verlinting is zeer hoog.

Ik vind dit idee de moeite waard om te onderzoeken en uit te proberen. Waarom bijvoorbeeld geen onderzoek doen waarbij de problematiek van de verlinting en de problematiek van te weinig waardevolle bossen aan elkaar gekoppeld worden? Dit zou, bij wijze van experiment, perfect kunnen gebeuren op een beperkte schaal. Ik ben hiervoor kandidaat met Limburg.

Het vraagt een nieuwe manier van denken, maar blijven zitten binnen het huidige denkkader zal ons nog moeilijker vooruithelpen.

De politieke discussie over de boskaart is achter de rug, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Overleg en inspraak moeten er sowieso zijn, maar dit zal niet beletten dat elk nieuw voorstel opnieuw voor ophef zal zorgen. Het gaat er immers om dat er aan het eigendom van burgers geraakt wordt, onder andere omdat een aantal bouwgronden niet meer bebouwbaar zullen zijn vermits ze als kwetsbaar bos ingekleurd zullen worden.

Copyright © 2017 Concentra. Alle rechten voorbehouden

Zie ook ‘Nadelen lintbebouwing wegwerken is duurzaam!’ van 05-12-2014 op deze website.