‘Gewoon bijzonder’

In 2016 was het 175 jaar geleden dat de psychiatrische zorg in Sint-Truiden van start ging.
Een voldoende reden om te feesten onder het motto ‘Gewoon bijzonder gewoon’.

Eén van de acties is een speciaal nummer van Masster, het periodiek tijdschrift van de vzw Asster.
Het nummer van februari 2017, jaargang 6, nummer 1 is geheel gewijd aan die unieke verjaardag.

Gedeputeerde Ludwig Vandenhove wordt er in  geciteerd op pagina 37 met een getuigenis als ex-burgemeester van de stad Sint-Truiden: “Als geboren en getogen Truienaar, voel ik Sint-Truiden aan als een begripvolle en verdraagzame stad. Ik ben ervan overtuigd dat de aanwezigheid van de psychiatrie met zijn eigen specifieke problemen daar enorm heeft toe bijgedragen.”

De volledige tekst van Ludwig Vandenhove vindt u hieronder.

Goede herinneringen!
De psychiatrie is verbonden met de stad Sint-Truiden.
Als je 18 jaar burgemeester bent, voel je dat persoonlijk aan. Ik heb er dan ook heel goede herinneringen aan.

Ik heb de aanwezigheid van de psychiatrie in onze stad altijd als een verrijking gezien.
Letterlijk, economisch, onder andere met de bestedingen en de tewerkstelling, maar vooral menselijk en sociaal.

Zonder historisch correct en volledig te zijn, schets ik enkele gebeurtenissen.
De jubilea van de Eerwaarde Broeders (in mijn beginperiode als burgemeester), de officiële opening van een aantal gebouwen, de werkbezoeken met ministers van verschillende politieke strekking, de talrijke sociale projecten via een aantal aanverwante vzw’s (‘Bewust‘; ‘De Ploeg’; buurtrestaurants; etc.), het Golem-project met Koen Vanmechelen, outsiderkunst, de samensmelting van Sancta Maria en het ‘openbreken’ van Ziekeren via het afbreken van ‘de muur’.
De laatste gebeurtenis blijft voor mij historisch!

En dan mijn talrijke persoonlijke contacten met (ex-)patiënten, die op elk ogenblik van de dag op mijn bureel ‘binnenvielen’ of zelfs ’s nachts thuis belden.

Als geboren en getogen Truienaar, voel ik Sint-Truiden aan als een begripvolle en verdraagzame stad.
Ik ben ervan overtuigd dat de aanwezigheid van de psychiatrie met zijn eigen specifieke problemen daar enorm toe heeft bijgedragen.
Of is de relatie omgekeerd? Dat antwoord laat ik over aan niet-Truienaars en aan de geschiedenis.

Ik maak mij nogal zorgen over een aantal maatschappelijke fenomenen.
Eén daarvan zijn de toenemende psychische problemen, waarmee een steeds toenemende groep van de bevolking geconfronteerd wordt.
Vanuit mijn filosofische, ideologische en politieke overtuiging een reden om er meer (overheids)geld aan te besteden. Maar net het omgekeerde gebeurt: het maatschappelijk en politiek draagvlak wordt kleiner om er meer geld aan te besteden.
Ik blijf een groot voorstander van de vermaatschappelijking van de psychiatrie, maar de huidige operatie is in diezelfde context voor mij eerder een besparingsoefening dan wel een oprechte maatschappelijke keuze.

175 jaar jong. Proficiat!
Ik wens Asster nog vele jaren toe in een samenleving, die hopelijk (meer) begrip opbrengt voor personen met een psychische aandoening.

 

Zie ook ‘Asster passie voor psychiatrische zorg’ van 29-08-2011 op deze website.